IABR-2022-

This page is only available in Dutch.

Kunnen we ons een wereld voorstellen zonder klimaatverandering? Een wereld waarin de biodiversiteit toeneemt en waar mens en dier gezond en veilig leven? Een wereld bovendien waar energie duurzaam en betaalbaar is, waar steden en dorpen voor iedereen bereikbaar zijn en waar een woning weer boven alles een thuis is?

In een tijd waarin de crises zich opstapelen en de overheid vooral inzet op behoud en verduurzaming van het bestaande, lijkt dit toekomstbeeld verder weg dan ooit. Er is een nieuwe, veel radicalere koers richting een betere wereld nodig, met reële mogelijkheden als uitgangspunt. Alleen zo komt een fundamenteel duurzamere wereld dichterbij.

Veel van de hardnekkige problemen van nu komen voort uit de manier waarop onze maatschappij functioneert. Klimaatverandering, gezondheidsbedreigingen en groeiende ongelijkheid hangen nauw samen met het dominante economische en politieke systeem. Het gebruik van fossiele brandstoffen, het exploiteren van de natuur en het genereren van meer geld vormen daarvan de basis.

Vanuit de wetenschap staat al lang niet meer ter discussie dat we moeten breken met het gebruik van fossiele hulpbronnen en dat we af moeten van het streven naar lineaire economische groei. Maar de praktijk is weerbarstig. Binnen de wereld van transitieonderzoek noemen we dit padafhankelijkheid of regime: de afspraken, regels, technologie, routines, opvattingen, waarden en structuren die we hebben ontwikkeld om het leven gemakkelijker maken, houden ons ook gevangen in een proces van stapsgewijze verbetering.

De manier waarop de overheid en het bedrijfsleven opereren, vergroot de kans op meer verstoringen en crises. Hun werkwijze is gericht op het reduceren van risico’s en het isoleren van problemen, om hier vervolgens oplossingen voor te bedenken, plannen voor te maken en deze uit te voeren. Die aanpak levert in stabiele tijden geleidelijke vooruitgang, groei en verbetering op. Maar als het gaat om de grote opgaven, die structurele verandering vereisen, werkt deze benadering averechts.

Om onszelf een reële kans op een leefbare toekomst te geven, zullen we dingen radicaal anders moeten gaan doen. In plaats van in te zetten op het verbeteren van het bestaande, moeten we ons richten op ingrijpende, uitvoerbare transities die de wereld die we graag willen dichterbij brengen. Een rechtvaardige en positieve ecologische toekomst, waarin consumptie en productie een waardevolle bijdrage leveren aan mens en natuur, is daarvan de grondslag.

In alle economische sectoren vinden ontwikkelingen plaats die tot zulke transities kunnen leiden. Er is alleen een dosis verbeelding, wat slimme sturing en zelflerend vermogen voor nodig. Maar omdat het potentieel van deze ontwikkelingen voor veel mensen onzichtbaar is, is voor hen ook de mogelijkheid van een radicale ommekeer ondenkbaar.

Kijkend naar de noodzaak voor transitie en naar wat haalbaar is, zien we de contouren van een Groot Transitieplan voor Nederland. Het bestaat uit verschillende onderdelen: regeneratieve landbouw die de bodem herstelt, in combinatie met een dieet dat nog maar 20 procent dierlijke eiwitten bevat; woningen van hout en bio-based materialen, die een positieve uitwerking hebben op het klimaat; collectieve, decentrale energie- en warmtesystemen; een ruimtelijke ordening die gebaseerd is op natuurlijke systemen, en schone, gezonde mobiliteit voor iedereen. Klimaatneutraliteit in 2050 zou de bijvangst moeten zijn van deze ecologische en maatschappelijke omschakeling.

Deze noodzakelijke, radicale transities hebben een aantal zaken gemeen. Ze broeien allemaal al een tijd onder de oppervlakte en hebben zich inmiddels organisch ontwikkeld en verspreid. Vaak zijn het combinaties van technologische ontwikkeling en veranderingen in de manier waarop we denken, handelen en organiseren. De meeste van bovenstaande transities ontstaan daarnaast vanuit de motivatie om gezamenlijke hulpbronnen zo veel mogelijk gemeenschappelijk te beheren, te ontwikkelen en te benutten, om lokaal waarde te creëren en ecologische impact te minimaliseren.

Een andere overeenkomst is dat deze ontwikkelingen vaak onzeker en moeilijk te sturen zijn. Ze ontstaan dikwijls naast, of ondanks, gevestigde structuren en concurreren hiermee. Ook hebben ze per definitie een lokaal en uniek karakter: duurzame oplossingen zijn altijd maatwerk. Het inzetten op radicale transities heeft daarom altijd politieke implicaties: ze ondermijnen het huidige fossiele, lineaire economische regime.

Het doorbreken van de politieke en maatschappelijk impasse kan alleen met een verbeeldings- en mobilisatieoffensief. Daarbij hebben we iedereen nodig: van particulieren en belangenverenigingen tot organisaties, bedrijven en lokale overheden. Samen met de mensen die in hun eigen omgeving al vormgeven aan radicale transities moeten we ons daadwerkelijk gaan voorstellen hoe die rechtvaardige en duurzame toekomst eruit kan zien. Vanuit sociaal ondernemerschap en ‘vooruitstruikelend’ zullen we alternatieven moeten gaan vinden voor onhoudbare vormen van productie en consumptie. Zo kunnen we gezamenlijk werken aan de transities die zo hard nodig zijn.

Een radicale transitie dient het publieke belang op de lange termijn, maar ondermijnt de gevestigde belangen van overheden en marktpartijen. Hen dagen we daarom uit om niet het behouden van wat er is, maar het veranderen van wat nog komt tot speerpunt te maken.

Maar allereerst roepen we de wereld van ontwerp en onderzoek op om, samen met de partijen die al op weg zijn, te helpen bij het onderzoeken, zichtbaar maken en versnellen van deze ingrijpende transities. Samen kunnen we een positief perspectief voor Nederland schetsen: een toekomstbeeld dat de impasse doorbreekt en de politiek een instrument geeft om het maatschappelijk ongenoegen in beweging om te zetten.

De Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR) start een platform voor transitie-ontwerp. We nodigen ontwerpers en onderzoekers uit om in steden, dorpen, regios of sectoren radicale transities te ontwerpen en te versnellen. Overheden en bedrijven kunnen zich aanmelden voor een transitie-ontwerpatelier.

Derk Loorbach (hoogleraar sociaal-economische transities, Erasmus Universiteit Rotterdam)
Peter Veenstra (partner bij LOLA landschapsarchitecten)

Derk en Peter zijn samen met Léa-Catherine Szacka en Véronique Patteeuw curator van de 10e Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam, die dit najaar plaatsvindt onder de titel IT’S ABOUT TIME.