IABR-2020-

De tentoonstelling DOWN TO EARTH: ENERGIE, VAN WIE? focust op de energietransitie op wijkniveau. Op de energiewijk als energieke wijk. Op het schaalniveau van de wijk komen urgente kwesties samen en moeten grote en kleine spelers –overheden, bedrijven, sociaal-maatschappelijke initiatieven, woningbouwcorporaties, verenigingen van eigenaren en bewoners– tot een vergelijk komen. In de wijk kan het best worden verkend hoe de energietransitie meteen ook kan worden ingezet als hefboom voor bredere, duurzame, echt transformatieve verandering.

ENERGIE, VAN WIE?

foto: Aad Hoogendoorn

Urgent en ingrijpend
De transitie naar duurzame energie is urgent, maar tegelijkertijd bijna onvoorstelbaar ingrijpend.
Urgent, omdat de petrocultuur die onze moderne beschaving kenmerkt, volop bijdraagt aan opwarming en klimaatverandering. Al meer dan een miljoen levensvormen zijn uitgestorven of worden met uitsterven bedreigd. Ook voor mensen wordt de aarde steeds minder leefbaar. Hoewel voor sommigen minder snel dan voor miljarden anderen, want het zijn vooral de kwetsbaren en zwakken die de gevolgen dragen; de petrocultuur draagt fors bij aan de sociale ongelijkheid.
Ingrijpend, omdat de manier waarop wij wonen en zorgen, leren en leven, consumeren en produceren, omdat wat we eten en hoe we eten, hoe we ons door de wereld bewegen en hoe we met elkaar en de natuur omgaan, kortom, hoe we onze leefomgeving en ons samen-leven inrichten en of iedereen daarbij gelijke kansen heeft, voor een groot deel wordt bepaald door toegang tot en gebruik van energie.

Energietransitie en eigenaarschap
Ons energiegebruik drukt zijn stempel op onze economie en onze cultuur. Maar het tijdperk van de petrocultuur, het feest van het fossiel expressionisme, loopt op zijn eind. De energietransitie is nu de olifant in de kamer van de politiek. Het is daarom cruciaal om het met elkaar te hebben over het eigenaarschap van de transitie naar duurzame energievoorziening. Geen energietransitie zonder transitie in eigenaarschap.

ENERGIE, VAN WIE?

foto: Aad Hoogendoorn

Waar gaat het ons om?
De transitie naar duurzame productie van zonne- en windenergie is ook een transitie naar een ander energiebeheersysteem, van centraal naar decentraal, van extractief naar circulair, en daarmee mogelijk ook naar andere vormen van eigenaarschap. Vooral op het schaalniveau van de wijk, waar straks energie wordt opgewekt, opgeslagen en verhandeld, kan immers de vraag worden gesteld van wie de energie eigenlijk is. Wijkbewoners, zeker als ze zich verenigen, hoeven dan niet enkel meer consumenten te zijn maar kunnen ook producenten, distributeurs en ondernemers worden. De wijk als batterij: door het energiesysteem slim te koppelen aan de lokale economie wordt de energietransitie meteen een sociaal-maatschappelijke opgave. Kern is dan de vraag naar commoning, naar hoe gemeenschappelijk eigendom zo geborgd kan worden dat mensen niet alleen de energierekening krijgen maar ook actief mede-eigenaar kunnen worden en kunnen meeprofiteren van de transitie.

Zon en wind zijn van iedereen
Energie was ooit en kan opnieuw, denken wij, onderdeel worden van de commons: dat wat van ons samen is en waar we samen zorg voor dragen. En waarom niet, zon en wind, en straks waterstof, zijn van iedereen, waarom de energie die we er mee kunnen opwekken dan niet?
Maar hoe pakken we dat aan? Hoe worden burgers samen eigenaar van een nieuw energiesysteem en wat vergt dat? Hoe kan het energiesysteem slim worden gekoppeld aan de lokale economie?

Dringende vragen
Dit zijn dringende vragen. In Nederland, zo is in het Klimaatakkoord van 2019 besloten, moeten alle wijken, en dat zijn er zo’n 5.000, van het gas af. De eerste ervaringen maken duidelijk dat dat nog niet zo makkelijk is. Er zijn onder meer problemen met uitvoering en, vooral, financiering en draagkracht. Eigenlijk weten we gewoon nog niet hoe het precies moet, wijken aardgasvrij maken.

Hoe kunnen we een relatie leggen tussen energietransitie en een duurzame sociaal-maatschappelijke agenda? Hoe kunnen geïntegreerde en innovatieve oplossingen op wijkniveau zo ingezet worden, dat zij tevens bijdragen aan de ambities van een stad als Rotterdam om een veerkrachtige stad te worden en, nóg breder, aan de 2030 Agenda for Sustainable Development van de Verenigde Naties die de IABR onderschrijft?
In het NRC van 9 november 2020 zegt IABR-directeur Brugmans dat de IABR daarom “methodologie en bewijs wil aanleveren dat de energietransitie ook anders kan. Er zijn vijfduizend wijken in heel Nederland die elk op hun eigen manier van het gas af moeten. Voor we miljarden in nieuwe infrastructuur steken, is het goed om te bedenken dat we dat maar één keer kunnen doen: goed of fout.”

ENERGIE, VAN WIE?

foto: Aad Hoogendoorn

Betrokkenheid en nieuwsgierigheid
En daarom verkennen het IABR–Atelier Rotterdam en de tentoonstelling ENERGIE, VAN WIE? stapje voor stapje een mogelijk parcours, van bouwstenen naar actieplan, van actieplan naar actie, op weg naar, uiteindelijk, een CO2-neutrale wijk in een duurzame wereld.
De curatoren, Eva Pfannes, Thijs van Spaandonk en George Brugmans, steken daarbij ontzettend veel op van de expertise van experts, bestuurders en bewoners. En vooral die van de vele bewoners, sociale initiatieven en organisaties uit de wijk BoTu die de tentoonstelling in de Keilezaal bezoeken. Stichting de Veerkrachtige Gemeenschap, ISSalaam, WijkEnergieWerkt, Huis van de Toekomst, Cirkel, Werkgroep Energietransitie CO2-neutraal, Huurdersraad West, Huis in de Lucht, Wijkcollectie en Taalbedrijf, taal-energiecoaches en zonnepaneelmonteurs, iedereen wil weten wat het voor hen kan betekenen, mede-eigenaar worden van de energietransitie, en hoe ze een actieve bijdrage kunnen leveren aan energietransitie als een eerste stap naar een CO2-neutrale wijk. De grote drive, betrokkenheid en nieuwsgierigheid naar hoe het nu toch moet met de energietransitie zijn hartverwarmend.